Contact
Lijst BabijnBakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

Inpassingsplan 'Waterdunen'. (27-10-2008) Openbare Statenstukken Provinciale Staten van Zeeland.
statenstukken
Provinciale Staten
Samenvatting:
Gedeputeerde Vergadering PS: 14-11-2008
belast met Nr: RMW-078
behandeling: Wiersma, M. Agenda nr:Vergadering GS:
Nr: 08028692/41VOORSTEL
Onderwerp: inpassingsplan Waterdunen
Aan de Provinciale Staten van Zeeland
Voorgesteld wordt om voor Waterdunen een inpassingsplan te gaan maken. De nieuwe Wet
ruimtelijke ordening (Wro) heeft dit vanaf 1 juli mogelijk gemaakt voor projecten die van provinciaal
belang zijn. Realisering van Waterdunen is van groot belang voor provinciale (en
rijks-)doelstellingen op het gebied van kustversterking, regionale vitaliteit en leefbaarheid,
recreatie en toerisme en (naar verwachting) natuurherstel Westerschelde. Met Waterdunen zijn
grote publieke en private investeringen gemoeid. Aan de publieke kant draagt het rijk fors bij
via het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Nota Ruimte Budget. Met het inpassingsplan
kan de huidige impasse in grondverwerving en planologisch kader doorbroken worden en
komt concreet uitzicht op de daadwerkelijke realisering van Waterdunen. Een helder bestuurlijk
signaal is bovendien nodig voor het rijksbesluit over de bijdrage uit het Nota Ruimte Budget.
Wat willen we bereiken?
Dat het project Waterdunen doorgang kan vinden en de impasse in grondverwerving en
planologisch kader doorbroken wordt.
Bij het project Waterdunen is sprake van provinciale belangen, waarvoor het provinciaal
bestuur zich verantwoordelijk acht. Met het project wordt substantieel bijgedragen aan
realisering van de met het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal en in het Omgevingsplan nagestreefde
doelen. Daarbij gaat het met name om:
• Het realiseren van een gezonde en dynamische recreatieve bedrijfstak met meerwerkgelegenheid en toekomst in een landschappelijk aantrekkelijke omgeving en het
realiseren van een kwaliteitsimpuls in met name de verblijfsrecreatieve sector.
• Waarborgen van de veiligheid en stimuleren van en bijdragen aan pilots op het gebied vaninnovatieve vormen van kustverdediging. Kustverdediging zoveel mogelijk combineren en
integreren met functies als landschap, natuur, recreatie en toerisme.
Waterdunen kan tevens als alternatief voor ontpoldering een bijdrage leveren aan de
provinciale opgave in het kader van het Natuurherstel Westerschelde.
Realisatie van Waterdunen betekent een forse investering in het gebied, die leidt tot structurele
economische baten voor een regio (West Zeeuws-Vlaanderen) die dat hard nodig heeft.
Met Waterdunen wordt bovendien op aansprekende wijze vorm gegeven aan de dubbeldoelstelling
van Zwakke schakels: kustversterking én ruimtelijke kwaliteitsverhoging. Waterdunen is
hét voorbeeld van innovatieve kustverdediging. Om voornoemde provinciale belangen is
Waterdunen opgenomen in het provinciale Meerjarenprogramma Fysieke Leefomgeving.
De bovenlokale betekenis van Waterdunen blijkt ook uit de vermelding van het project in de
Nota Ruimte als één van de 23 complexe gebiedsopgaven die in aanmerking komen voor een
bijdrage uit het Nota Ruimte Budget.
Momenteel is sprake van een impasse in de grondverwerving, die ook gevolgen heeft voor de
verdere planuitwerking (zie ook "Achtergronden van dit voorstel"). Ondanks een reëel en goed
onderbouwd bod lukt het niet om alle voor het project benodigde gronden minnelijk te verwerven.
Door de eis van minnelijke grondverwerving, die de raad van Sluis aan planologische meOnderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
2
medewerking heeft gesteld, wordt het project in zijn voortgang geblokkeerd.
Vanwege de provinciale belangen en doelen is de voortgang van het project een provinciale verantwoordelijkheid.
Mede gelet op de planning van Zwakke schakels en de zekerstelling van de bijdrage vanuit het Nota Ruimte Budget,
dient de patstelling op korte termijn doorbroken te worden. Dat willen we bereiken door als provincie een
inpassingsplan voor Waterdunen te maken.
Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is?
Uiteindelijk doel is om de patstelling rond grondverwerving en planologisch kader, die realisering van Waterdunen
in de weg staat, te doorbreken. Door bestuurlijke helderheid te geven over het doorgaan van het project en het
provinciale belang, dat daaraan wordt gehecht, verwachten we een basis te leggen voor constructieve onderhandelingen
met de betrokken grondeigenaren. Of en in hoeverre dit doel bereikt wordt, kan worden afgemeten aan:
• De voortgang van de procedure van het inpassingsplan, uiteindelijk uitmondend in het vaststellen van hetinpassingsplan door Provinciale Staten;
• De voortgang van de grondverwerving, uitgedrukt in ha verworven gronden. Tot nu toe is 100 ha verworven.Er dient nog ruim 200 ha agrarische grond verworven te worden.
Wat doen we daarvoor?
Inpassingsplan
Vanuit de verantwoordelijkheid van de provincie voor het realiseren van de provinciale doelen, die met Waterdunen
worden gediend, hebben GS begin september besloten aan PS voor te gaan stellen voor Waterdunen een
inpassingsplan te maken, op basis van artikel 3.26 van de nieuwe Wet ruimtelijk ordening. Belangrijke overwegingen
daarbij zijn:
• Waterdunen is voor provinciale doelstellingen op gebied van kustversterking, recreatie, leefbaarheid en natuur(waaronder ook een mogelijke NPW-titel voor Waterdunen) een uitermate belangrijk project. Deze doelstellingen
zijn expliciet neergelegd in het Omgevingsplan 2006-2012 en in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal.
Het project gaat het gemeentelijk belang te boven.
• De provincie geeft de opdracht voor grondverwerving en draagt daardoor van de publieke partijen de meestefinanciële risico's. De provincie dient derhalve ook de beschikking te hebben over middelen (zeggenschap in
planologische procedure, instrumenten voor grondverwerving), waarmee die risico's beperkt kunnen worden.
• De Wro biedt de provincie instrumenten om provinciale projecten te realiseren. Bedoeling is dat deze instrumentenook daadwerkelijk benut gaan worden (zie ook de eerder door u behandelde kadernotitie Wro), om de
voor de provincie van groot belang geachte doelen te kunnen realiseren.
Als er momenteel één provinciaal project is, dat met dit nieuwe instrument is gediend, dan is het Waterdunen wel.
Vooroverleg met gemeente Sluis op 22 september jl.
Over dit voornemen heeft een delegatie vanuit GS op 22 september jl. in een besloten bijeenkomst met de raad
van Sluis gesproken. Het verslag van deze bijeenkomst is als bijlage 1 bijgevoegd. Uit dit verslag kan opgemaakt
worden, dat een meerderheid in de gemeenteraad inhoudelijk achter de plannen voor Waterdunen staat. Raadsbreed
blijft echter steun voor het eerder ingenomen standpunt ten aanzien van de minnelijke grondverwerving. Uit
de reacties van de raad (inclusief B&W) blijkt begrip voor de verantwoordelijkheid die de provincie nu voor het
project Waterdunen neemt.
Overige reacties
De bijeenkomst met de raad en het persmoment na afloop hebben geleid tot enkele publicaties in de pers en
aandacht bij Omroep Zeeland. Inmiddels is ook één schriftelijke reactie binnen in de vorm van de brief van de
heer Rosendaal. In "Vragen en antwoorden" wordt nader ingegaan op de verschillende vragen, opmerkingen en
stellingen in de reacties tot nu toe.
Consequenties inpassingsplan
Consequenties van het voornemen een inpassingsplan vast te stellen zijn:
• In plaats van B&W en de gemeenteraad zijn nu respectievelijk GS en PS bevoegd m.b.t. het voorbereiden envaststellen van het plan; de procedure blijft voor het overige ongewijzigd.
• In de Wro is geregeld, dat PS bij het vaststellingsbesluit kunnen bepalen, dat, ten aanzien van de bevoegdhedenm.b.t. bouwvergunningen, aanlegvergunningen, afwijkingen, etcetera, GS in de plaats treden van
B&W. Vooralsnog wordt voorgesteld terughoudend om te gaan met een dergelijke overdracht van bevoegdheden.
De noodzaak en de wenselijkheid daartoe zullen bij de verdere planuitwerking en uitvoeringsvoorbereiding
nader bekeken worden.
• Voor burgers verandert er feitelijk niets, behalve dat zij de inspraakreacties en zienswijzen aan de provincie inplaats van aan de gemeente moeten richten.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
3
Horen van gemeenteraad door PS
Op grond van art. 3.26 van de Wro dienen PS de gemeenteraad te horen voordat zij een inpassingsplan vaststellen.
Wanneer en hoe PS de raad horen, is in de wet niet geregeld.
Voorgesteld wordt de gemeenteraad te horen over het voornemen een inpassingsplan voor Waterdunen te maken.
Later, zowel bij de voorbereiding van het plan als in de formele procedure, heeft de raad uiteraard ook nog
mogelijkheden, om hun opvattingen over de inhoud van het plan kenbaar te maken. Voorgesteld wordt de raad
schriftelijk te horen via bijgaande brief (bijlage 2). GS zullen het standpunt van de gemeenteraad ter kennis brengen
van PS en de gemeentelijke reactie betrekken bij de verdere voorbereiding van het inpassingsplan.
Gemeentelijke betrokkenheid bij vervolgprocedure
Dat de provincie een inpassingsplan gaat maken, betekent niet dat de gemeente geen inbreng daarin meer kan of
zal hebben. De gemeente is op verschillende wijzen betrokken. Allereerst via het horen door PS. Voorts zullen
GS bij het opstellen van het plan vooroverleg met de gemeente voeren. Dit is wettelijk verplicht, en bovendien
uiterst zinvol om het inpassingsplan af te stemmen op de bestemmingsplannen van de gemeente Sluis, het gemeentelijke
beleid en ontwikkelingen die de gemeente heeft voorzien. In de vervolgprocedure bestaat voor de
gemeente uiteraard ook de wettelijke mogelijkheid van het indienen van zienswijzen en beroep. Het streven is
echter door samenwerking en vooroverleg tussen provincie en gemeente zienswijzen en beroepen vanuit de gemeente
te voorkomen. De gemeente blijft ook partij in het project en als zodanig betrokken bij het overleg in de
project- en de stuurgroep van Waterdunen. Op dezelfde wijze als gemeenten in goed overleg met provincie een
bestemmingsplan maakt, gebeurt nu het omgekeerde.
Begrenzing plangebied
In bijlage 3 is de globale begrenzing van het gebied aangegeven, waarvoor wij voorstellen een inpassingsplan te
maken. De reactie van de gemeente in het kader van het horen en het vooroverleg met gemeente en waterschap
kunnen aanleiding geven tot aanpassing van de begrenzing. De definitieve begrenzing zal in het ontwerp inpassingsplan
worden neergelegd.
Grondverwervingsstrategie
Zoals ook aangegeven in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal is minnelijke verwerving het uitgangspunt. Parallel aan
het traject van het inpassingsplan zal daarop voluit worden ingezet. Gestreefd wordt om in goed overleg met de
individuele grondeigenaren maatwerk te leveren. Mede op basis van de ervaringen bij infrastructurele projecten
wordt verwacht dat daardoor parallel aan het traject van het inpassingsplan constructieve onderhandelingen gevoerd
kunnen gaan worden. Met name met hen, die andere zaken wensen dan alleen een reële financiële vergoeding,
zoals bijvoorbeeld grondruil of bouw- en gebruiksmogelijkheden op erven of gronden, die hun agrarische
functie gaan verliezen.
Het inpassingsplan kan de basis vormen voor onteigening. Op basis van een vastgesteld inpassingsplan kunnen
Provinciale Staten een onteigeningsbesluit nemen (art. 79 Onteigeningswet). Inzet van het onteigeningsinstrumentarium
is echter nu niet aan de orde. Alle inspanningen zijn erop gericht dat instrument niet in te hoeven
zetten. De inzet van aanvullend instrumentarium waarover de provincie op grond van de wet beschikt wordt niet
bij voorbaat uitgesloten. Zou dat wel worden gedaan, dan komt de provincie in dezelfde klem te zitten als waarin
de gemeente Sluis zich had vastgezet. De uitvoerbaarheid van het inpassingsplan, en daarmee de realisering van
de met Waterdunen nagestreefde provinciale doelen, komt dan in gevaar.
Bij de vaststelling van het inpassingsplan zal de stand van zaken met betrekking tot de grondverwerving aan u
worden voorgelegd, zodat beoordeeld kan worden of de inzet van aanvullende instrumenten al dan niet overwogen
dient te worden.
Tijdpad
Het project Waterdunen kent vanuit Zwakke schakels een belangrijke tijdsklem. De kustversterking moet uiterlijk
eind 2014 zijn uitgevoerd. Kustversterking en realisatie van het (recreatie)natuurdeel van Waterdunen zijn aan
elkaar gekoppeld. Klei die uitgegraven wordt in het natuur- en recreatiedeel gaat de onderlaag vormen voor de
brede binnendijkse duinen, waarmee de kust wordt versterkt. Onderstaand wordt, uitgaande van het worst-casescenario
(gronden kunnen niet geheel via minnelijke weg verworven worden), het kritieke tijdpad aangegeven.
Om uiterlijk in 2013/2014 de uitvoering ter hand te kunnen nemen, dienen de gronden uiterlijk eind 2012 beschikbaar
te komen. Is hiervoor onteigening nodig, dan zal daarmee in 2010 gestart moeten worden. D.w.z. dat het
inpassingsplantraject in 2009 opgestart moet worden.
activiteit doorloop datum/periode
evaluatiemoment stand van zaken vrijwillige grondverwerving,
besluit over inpassingsplan,
sluitende business case (kosten/baten)
5 maanden augustus 2008 – december 2008
besluitvorming in Directeurenberaad en Ministerraad over bijdrage
uit Nota Ruimte Budget
3 maanden Oktober 2008 – december 2008
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
4
activiteit doorloop datum/periode
herstart minnelijke grondverwerving via individuele benadering 1,5 jaar december 2008 tot juli 2010
doorlooptijd inpassingsplan (van voorontwerp en inspraak via
terinzagelegging ontwerp tot vaststelling door PS)
1,5 jaar januari 2009 tot juli 2010
vaststellen bestemmingsplan en (indien nodig) start onteigeningsprocedure
juli 2010
doorlooptijd onteigeningsprocedure (en parallel traject beroepsprocedure
inpassingsplan)
circa 2,5 jaar
juli 2010 tot december 2012
besteksgereed maken van het project en doorlopen van de aanbestedingsprocedure
(daarbij rekening houdend met de voorbereidingstijd
van de aannemer)
ruim 2 jaar parallel aan onteigening
gronden in bezit, start werkzaamheden eind 2012
doorlooptijd realisering kustversterkingsdeel (1e jaar grondverzetvanuit natuurdeel, 2e jaar zandaanvoer vanuit zee en inrichting, nietgecorrigeerd voor seizoensafhankelijkheden)
2 jaar januari 2013 tot december 2014
afronding kustversterking (deadline Zwakke schakels) eind 2014 (deadline Zwakke schakels)
doorloop nadere invulling natuur- en recreatiedeel 2 jaar eind 2016
Communicatie
Alle actuele ontwikkelingen rond Waterdunen kunnen nagelezen worden op de website van de gebiedsgerichte
aanpak West Zeeuwsch-Vlaanderen onder www.gebiedsgerichteaanpak.nl/uitwerking/waterdunen. Naar aanleiding
van de bijeenkomst op 22 september jl. zijn de betrokkenen, van wie adresgegevens bekend zijn, per brief
geïnformeerd over het voorstel van GS een inpassingsplan te maken. Kort na de besluitvorming over het inpassingsplan
in Provinciale Staten zal een algemene informatieavond worden georganiseerd, waarop een toelichting
zal worden gegeven en met gemeente, grondeigenaren en andere betrokkenen een gedachtewisseling kan
plaatsvinden over de verdere verloop van de procedure. Ook over het voorontwerp inpassingsplan zullen een of
enkele informatieavond(en) worden gehouden, waarvoor de direct betrokkenen persoonlijk zullen worden uitgenodigd.
Wat mag het kosten?
In het voortraject is reeds een concept-bestemmingsplan opgesteld. In samenhang met het verder uitwerken van
de concrete inrichting van Waterdunen zal dit verder worden uitgewerkt en ingevuld tot een voorontwerpinpassingsplan.
Vooralsnog worden de kosten hiervan geraamd op ± € 50.000,--. Deze kosten worden (voor)gefinancierd
uit procesgeld gebiedsontwikkeling.
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
gedeputeerde staten,
Karla Peijs, voorzitter,
Viek Verdult, secretaris.
Ontwerp-besluit
De staten der provincie Zeeland,
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 7 oktober 2008, nr. 08028692/41;
beslu i t e n :
1) het voornemen uit te spreken tot het vaststellen van een inpassingsplan voor het project Waterdunen op basis
van art. 3.26 van de Wro;
2) de gemeenteraad van Sluis over dit voornemen te horen via toezending van de als bijlage 2 bijgevoegde
brief;
3) GS te belasten met de verdere voorbereiding van het inpassingsplan, waaronder de reactie op de brief van
de heer Rosendaal.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
5
Achtergronden van dit voorstel
Stand van zaken Waterdunen
Het project Waterdunen mag bekend worden verondersteld. Het gaat om een gecombineerde hoogwaardige natuur-
en recreatieontwikkeling, gekoppeld aan een robuuste landwaartse duinversterking in het kader van Zwakke
schakels. Waterdunen draagt in belangrijke mate bij aan de doelstellingen van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal
en het Omgevingsplan. Daarnaast kan met Waterdunen ook een bijdrage geleverd worden aan de opgave in het
kader van het natuurherstel Westerschelde. Hiervoor wordt verder verwezen naar de stukken van het Projectbureau
Natuurpakket Westerschelde (NPW).
Het project is een samenwerkingsproject tussen provincie (trekker), gemeente Sluis, Molecaten (eigenaar Napoleon
Hoeve), het Zeeuwse Landschap en het waterschap Zeeuws Vlaanderen. Er ligt inmiddels een intentie- en
doelstellingenovereenkomst, een MER met achtergrondrapporten, een principekeuze voor het ontwerp, een door
GS goedgekeurd kustversterkingsplan, een regionale effectanalyse, een Maatschappelijke Kosten-Baten-Analyse
(MKBA), een concept grondexploitatieopzet, een zoutmonitoringsplan en een onderzoeksrapport naar de mogelijkheden
voor zilte teelten. Het planologische traject is nog niet opgestart. De gemeente Sluis heeft hiervoor als
voorwaarde gesteld, dat alle gronden vrijwillig verworven moeten zijn. Van de 300 ha zijn inmiddels 100 ha verworven.
Economische effecten
Waterdunen draagt substantieel bij aan de doelstelling in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal, om een gezonde en
dynamische recreatieve bedrijfstak te realiseren met meer werkgelegenheid en toekomst in een landschappelijk
aantrekkelijke omgeving. Ecologie en economie gaan hier hand in hand. De zilte getijdenatuur wordt een belangrijke
trekker voor zowel dag- als verblijfsrecreanten gedurende het hele jaar. Molecaten heeft elders op de wereld
ervaring opgedaan met dit concept van natuurgerichte recreatie en bouwt daarop nu met Waterdunen verder.
De regionaal-economische effecten van Waterdunen zijn in 2007 onderzocht door Rebelgroup en Blue Economy.
Enkele kerncijfers uit hun rapportage:
• extra verblijfstoeristen per jaar: 283.000-360.000
• extra dagrecreanten per jaar: 150.000
• extra structurele werkgelegenheid: 144-350 arbeidsplaatsen
• extra bestedingen (structureel): 18-24 M€/jaar
• extra structurele opbrengsten voor gemeente Sluis (toeristenbelasting, OZB): 390.000,-€/jaar.De forse investeringen in de aanleg van Waterdunen zorgen bovendien voor een aanzienlijke toename in incidentele
werkgelegenheid, bestedingen en gemeentelijke inkomsten.
De effecten op nationale schaal zijn in een MKBA onderzocht (zie hieronder).
Financiële haalbaarheid
Uit de opgestelde grondexploitatie blijkt, dat de rijksbijdragen (V&W, Nota Ruimte budget en NPW) voor de haalbaarheid
van het project essentieel zijn. Over de bijdrage van V&W (ca. 45 M€) is inmiddels overeenstemming
bereikt; de gewenste wijze van kustversterking (extra brede duinen) wordt geheel uit het Hoogwaterbeschermingprogramma
bekostigd. De vooruitzichten op een bijdrage uit het Nota Ruimte budget (ruim 20 M€) zijn goed. Het
Centraal Planbureau heeft positief geadviseerd over de opgestelde MKBA, die een batig saldo laat zien. Vanuit
het NPW wordt vooralsnog op grond van de recent gerapporteerde beoordeling van de estuariene kwaliteit gerekend
met een bijdrage in de orde van grootte van ca. 10 m€.
Voorwaarde voor de rijksbijdragen is dat ook de regio in het plan investeert. In het Meerjarenprogramma Fysieke
Leefomgeving is vooralsnog een bedrag van 4 M€ geraamd als mogelijke provinciale bijdrage aan Waterdunen.
Voor een gemeentelijke bijdrage wordt – mede gelet op de financiële positie van de gemeente - gezocht naar
maatwerk. Ook de private partijen dragen bij, onder andere via de rood-voor-groen-bijdrage conform het gebiedsplan
Natuurlijk Vitaal.
Planning
De planning van VROM is erop gericht de uitgewerkte businesscase, nodig voor de onderbouwing van de bijdrage
uit het Nota Ruimte budget, op 20 november in het 5-Directeuren-overleg en op 12 december 2008 in de Ministerraad
te behandelen. Daarvóór is bestuurlijke helderheid nodig over het doorgaan van Waterdunen.
Uitvoering van het natuur- en recreatiedeel van Waterdunen is direct gekoppeld aan de uitvoering van de kustversterking
aldaar. Grondverzet, de aanleg van de getijdeduiker en de verplaatsing van Napoleon Hoeve raken
beide projectdelen evenzeer. Het waterschap heeft een planning opgesteld voor de uitvoering van de kustversterking
Zwakke schakels, die uiterlijk in 2015 geheel moet zijn afgerond. Uiterste uitvoeringstermijn voor Waterdunen
is dus 2013/2014. Om deze planning te kunnen halen, dienen de gronden uiterlijk eind 2012 beschikbaar
te komen.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
6
Patstelling grondverwerving
Sinds begin 2006 is de grondverwerving stilgevallen. Grondeigenaren in en rond het plangebied hebben zich in
een stichting verenigd, die als doel heeft "het tot grotere waarde of rendement brengen" van de gronden in en
aangrenzend aan het plangebied van Waterdunen. Namens de stuurgroep Waterdunen heeft Molecaten vanaf
eind 2006 het voortouw bij de onderhandelingen met de Stichting. Deze onderhandelingen hebben tot nu toe
geen resultaat gehad. Een aanbod van participatie in Waterdunen is gedaan, maar door de Stichting afgewezen.
Het door Molecaten uitgebrachte bod (substantieel meer dan de agrarische waarde en gebaseerd op de getaxeerde
complexwaarde van de 250 ha natuur en 40 ha bungalowterrein) is eveneens door de Stichting afgewezen.
Het overleg met de Stichting blijft gaande, maar er is vooralsnog geen zicht op daadwerkelijke verwerving.
De Stichting houdt het gehele project maar ook zichzelf in een klem, doordat de Stichting naast leden met gronden
in het plangebied ook leden heeft die gronden buiten het plangebied van Waterdunen hebben. In de stichtingsakte
is vastgelegd, dat alle leden gezamenlijk moeten instemmen. Leden met gronden buiten het plangebied
profiteren niet van het uitgebrachte bod.
Door de randvoorwaarde van de gemeenteraad van Sluis beschikken de grondeigenaren over een machtsmiddel,
dat - bij vasthouden aan minnelijke grondverwerving als voorwaarde - naar verwachting alleen met een buitenproportionele
inzet van publieke middelen doorbroken kan worden.
Vragen en antwoorden
Op het bericht, dat GS voornemens zijn aan PS voor te stellen een inpassingsplan te maken, is en wordt in de
pers, bij Omroep Zeeland, en via brieven gereageerd. Onderstaand wordt ingegaan op enkele punten, die in die
reacties naar voren worden gebracht. Daarbij wordt aan het eind expliciet ingegaan op de vragen, opmerkingen
en stellingen in de brief van de heer Rosendaal.
Grondprijs
In verschillende reacties wordt gesuggereerd (ook in de raad van Sluis), dat er geen goede prijs is geboden. Het
bod is vanuit twee verschillende sporen (zowel taxaties in opdracht van DLG als een taxatie door het Bureau
Overwater in opdracht van Molecaten) als een goed bod voorgesteld. Het bod is gebaseerd op de agrarische
marktwaarde én op de verwachte meerwaarde i.v.m. de rode functie. Het gaat dus om een complexwaarde, die
voor alle gronden (of ze nu een groene of een rode bestemming gaan krijgen) geboden wordt. De verhouding
groen-rood is daarbij van belang: 250 ha groen (natuur, geringe marktwaarde) en 40 ha rood (hogere marktwaarde).
Voor de rode marktwaarde kan men kijken naar de prijs die nu door ontwikkelaars betaald wordt voor grond,
waarop gebouwd mag worden. Maar daaromheen ligt dus de 250 ha groene grond, die ook aangekocht moet
worden en die geringe marktwaarde heeft.
Zout
Bij grondeigenaren, de raad van Sluis en de Algemene Vergadering van het waterschap heersen zorgen over het
effect van de zilte natuurontwikkeling op de aangrenzende agrarische gronden. Die zorgen zijn op zichzelf begrijpelijk
en worden door alle partijen in het project Waterdunen gedeeld. Binnen het project heeft dat geleid tot uitgebreid
onderzoek naar de kans op en de omvang van de mogelijke verziltingsproblematiek en tot het uitgangspunt,
zoals verwoord in de doelstellingenovereenkomst (art. 3.13), dat het project Waterdunen geen negatieve
gevolgen mag hebben voor de kwaliteit van de omliggende landbouwgronden.
In het MER is het effect van het zout op de omgeving van het plan Waterdunen zo goed mogelijk in beeld gebracht.
Het MER concludeert dat er geen problemen te verwachten zijn. Om alle zorgen weg te nemen is een
werkgroep zoutmonitoring ingesteld. De landbouw is in deze werkgroep vertegenwoordigd door vertegenwoordigers
van ZLTO, Agrarisch West en de Stichting van grondeigenaren. Over de wijze van omgaan met eventuele
verziltingsschade is in de werkgroep zoutmonitoring de volgende lijn afgesproken:
• aanvullende inrichtingsmaatregelen worden genomen, om de kans op zoutschade te minimaliseren;
• Deltares (voorheen TNO) heeft een monitoringsplan opgesteld, waarmee de nulsituatie in beeld wordt gebrachten waarmee mogelijke (nadelige) veranderingen daarin ten gevolge van de realisering van Waterdunen
in beeld kunnen worden gebracht;
• eventuele nadelige veranderingen worden waar mogelijk door extra maatregelen (zoals drainage) gecompenseerd;
• mocht desondanks toch zoutschade optreden als gevolg van Waterdunen, dan wordt deze vergoed.Ook eventuele zout- en natschade binnen het plan (aan de bestaande bebouwing) krijgt aandacht.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
7
Relatie met NPW en EHS
Onderzocht is in welke mate het project Waterdunen, zoals beschreven in het Milieueffectrapport Waterdunen,
een bijdrage kan leveren aan het met NPW beoogde natuurherstel en welke optimaliseringmogelijkheden er nog
zijn. Een werkgroep ecologie van provincie en LNV heeft inmiddels een advies uitgebracht, waaruit blijkt dat Waterdunen
deel kan uitmaken van een alternatief voor ontpoldering in het kader van de opgave voor het Middengebied.
Hiervoor wordt verder verwezen naar de stukken van het Projectbureau Natuurpakket Westerschelde. Dit
advies wordt momenteel met belangengroeperingen (milieu, landbouw) en LNV besproken. Definitieve besluitvorming
door GS wordt voorzien in het najaar.
In PS is eerder een motie aangenomen, gericht op het voorkómen van onteigening voor ontpolderingsprojecten in
het kader van NPW. Voor de natuurontwikkeling in het kader van de EHS ligt een afspraak met de ZLTO, dat niet
onteigend wordt. Betekent dat ook, dat voor Waterdunen niet onteigend mag worden?
Vast staat, dat Waterdunen geen NPW- of EHS-project sec is, maar een integrale gebiedsontwikkeling. Anders
dan bij NPW en EHS geldt bij een dergelijke gebiedsontwikkeling, dat de schuif- en faseringsmogelijkheden beperkt
zijn. De plaats van de benodigde kustversterking is gegeven. Kustversterking en natuur- en recreatieontwikkeling
zijn met elkaar verbonden door het grondverzet, de noodzakelijke verplaatsing van Napoleon Hoeve, en de
aanleg van de getijdeduiker in de waterkering. De zilte getijdenatuur zal in één keer aangelegd moeten worden,
gelet op de hydrologische consequenties voor de omgeving. Het project staat of valt met de beschikbaarheid van
alle benodigde gronden binnen een bepaalde termijn. Gelet daarop kan de inzet van het onteigeningsinstrument
niet op voorhand uitgesloten worden, zonder de realisatie van Waterdunen in gevaar te brengen.
Met Waterdunen is getracht zoveel mogelijk opgaven te combineren en te integreren, om het beslag op de landbouwgronden
zo klein mogelijk te houden. Bij Waterdunen worden opgaven ten aanzien van de kustversterking
gecombineerd met de aanleg van recreatienatuur zoals voorzien in Natuurlijk Vitaal en – zo mag worden verwacht
- de natuurherstelopgave voor het Middengebied.
Relatie met Natuurlijk Vitaal
Het project Waterdunen is als zodanig niet in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal genoemd, maar draagt wel substantieel
bij aan de doelstellingen van dat gebiedsplan en wordt als zodanig gezien als een project behorend bij
de gebiedsgerichte aanpak West Zeeuwsch-Vlaanderen. In het gebiedsplan (p. 52) is aangegeven dat het principe
van vrijwillige grondverwerving het uitgangspunt is bij alle beoogde functiewijzigingen. Zoals ook eerder aangegeven
blijft een vrijwillige grondverwerving ook als uitgangspunt gelden voor Waterdunen. Parallel aan het traject
van het inpassingsplan worden alle inspanningen daarop gericht. [Opmerking Robbert Jan: Hoe? Wie gaat
dat doen?]
In 2007 heeft DLG ten behoeve van de gebiedsgerichte aanpak een aankoopstrategieplan West Zeeuws-
Vlaanderen opgesteld. Dit plan is in de gebiedscommissie behandeld en met een positief advies aan GS aangeboden,
die het plan vervolgens hebben vastgesteld. Met betrekking tot Waterdunen is daarin de volgende passage
opgenomen: "De te ontwikkelen natuur in Waterdunen vraagt zodanige ingrepen, dat het kunnen beschikken
over alle gronden essentieel is voor de inrichting. Hiervoor zal in het bestemmingsplan de juridische basis geschapen
moeten worden, zodat binnen bovenstaande termijn beschikt kan worden over het volledige plangebied
van Waterdunen.". Met het voornemen een inpassingsplan te maken wordt de in het aankoopstrategieplan aangegeven
lijn nu ingezet.
Brief van A. Rosendaal
In de brief van de heer Rosendaal aan het college van B&W, de raad van Sluis, het college van GS en de leden
van PS worden de volgende punten naar voren gebracht.
1. Inpassingsplan is klap in het gezicht van het gemeentebestuur en blijk van minachting voor de democratie;
2. Waterdunen is vorm van ontpolderen; en er komt minder natuur terug dan dat verloren gaat;
3. Economische meerwaarde is boterzacht; alleen Molecaten kan er voordeel uithalen;
4. Risico's van de inlaat van zout water zijn onaanvaardbaar.
Ad 1. Minachting lokale democratie
Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarmee 1e en 2e kamer hebben ingestemd, wordt beoogd iedere bestuurslaagte voorzien van instrumenten, waarmee de belangen van die overheidslaag adequaat verzekerd kunnen
worden. Gemeenten hebben in de nieuwe wet meer zeggenschap gekregen over hun grondgebied. Bestemmingsplannen
hebben geen goedkeuring meer nodig van GS. Anderzijds hebben zowel rijk als provincie met het
instrument inpassingsplan betere mogelijkheden gekregen om projecten en ontwikkelingen met een bovenlokaal
belang te realiseren. Zoals eerder aangegeven, is een inpassingsplan een regulier in te zetten instrument en
geen machtsmiddel. De provincie neemt de beslissing een inpassingsplan te maken vanuit haar verantwoordelijkheid
om een voor Zeeland belangrijk geacht project te realiseren. Van het opzeggen van het vertrouwen in de
gemeente Sluis is geen sprake.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
8
Ad 2. Vorm van ontpolderen
Waterdunen is geen ontpoldering. De primaire waterkering blijft op dezelfde plek liggen. Het daarachter gelegen
gebied behoudt het veiligheidsniveau dat voor heel Zeeland geldt. Waterdunen kan juist een alternatief vormen
voor ontpoldering, zoals oorspronkelijk voorzien in het kader van het Natuurherstel Westerschelde. Wat betreft de
waardering van de natuurwaarden in de huidige en de nieuwe situatie blijkt uit het MER voor Waterdunen duidelijk,
dat de natuurwaarden van het gebied bij realisering van Waterdunen in belangrijke mate toenemen.
Ad 3. Economische betekenis
Zowel uit de regionale effectanalyse als de (op nationale schaal uitgevoerde) maatschappelijke kosten-batenanalyse
blijkt dat het project Waterdunen economische baten oplevert. Die baten komen bij veel verschillende
partijen terecht, zo blijkt ook uit beide analyses. Uiteraard zal de betrokken ondernemer een reëel rendement
maken op de investeringen, die hij in de recreatievoorzieningen - en via de rood-voor-groen-regeling ook in de
recreatienatuur - gaat doen. Maar ook andere bedrijven en werknemers in de regio, en ook de gemeentefinanciën
van Sluis, hebben baat bij realisering van Waterdunen.
Ad 4. Risico's van zout
Hiervoor wordt verwezen naar wat hierboven onder 'Zout' is aangegeven.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
9
Bijlage 1. Verslag besloten vergadering van de raad van de gemeente Sluis en een delegatievan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland, gehouden op
22 september 2008
Aanwezigen:
Gedeputeerde Staten: K.M.H. Peijs, Commissaris van de Koningin, M. Wiersma (gedeputeerde en voorzitter
Stuurgroep Waterdunen) en H. van Waveren (gedeputeerde RO)
Raadsleden: PvdA: R.P. Evers, W. Kruidenier, J. Wielakker en R. Beijersbergen;
Helder Zeeuws: H. Meijer, L. van den Broecke en P. Loonen;
Dorpsbelangen & Toerisme: L. Baarends, M. Carels-Steenbergen en B. Vreeke;
CDA: L. Flikweert en R. de Croock;
VVD: J. Provoost en C. van de Vijver-Calerhoudt;
Gemeentebelangen: W. Gijsel en B. Basting.
Fractieassistenten: S. Verhage (PvdA), P. Jongman-Provoost (Dorpsbelangen & Toerisme), L. Verpaalen
(CDA) en P. de Boevere (VVD).
Wethouders: H. Luijendijk (Helder Zeeuws), M. Le Roy (PvdA), C.Bolijn-Hertzberger
(Dorpsbelangen & Toerisme)
Voorzitter: J.F. Sala (Burgemeester Sluis)
Notuliste: M.M.E. Budde-Vanhommerig (provincie)
Afwezig: met kennisgeving: raadsleden A. Scheppers (Dorpsbelangen & Toerisme), J. Kesteloo
(Helder Zeeuws) en S. Quaak (CDA) en fractieassistent V. de Baets-van Ommen
(Gemeentebelangen).
De voorzitter opent de vergadering en heet in het bijzonder de Commissaris van de Koningin en de gedeputeerden
Wiersma en Van Waveren welkom. Gedeputeerde Staten hebben verzocht om met de raad te mogen
praten over Waterdunen.
Mevrouw Peijs bedankt de voorzitter en de leden van de raad hartelijk om aanwezig te mogen zijn om een toelichting
te geven op het project Waterdunen en hoe het verder moet met dit project. Dit is de eerste keer dat een
delegatie van GS de provincie in gaat om te praten met een raad. Het is een hele bijzondere gebeurtenis en dat
benadrukt het belang van het project voor deze regio. Het project gaat in de allereerste plaats over veiligheid. In
Den Haag is besloten dat de kustversterking in 2015 klaar moet zijn. Dan moet de zwakke schakel een sterke
schakel zijn geworden. Er moet dus iets gebeuren. Waterdunen is een bovenregionaal plan waarin zowel veiligheid,
ecologie en economie, en een balans tussen die twee zit. Er is gekozen voor een besloten raadsvergadering
zodat er vrij gediscussieerd kan worden. We stellen dit overleg zeer op prijs.
De heer Wiersma zegt eveneens dank voor de mogelijkheid om een gedachtewisseling te kunnen houden op een
voor hem inmiddels vertrouwde vergaderlocatie. Een poosje terug is een gesprek met de Gebiedscommissie gevoerd
over de voortgang van het Gebiedsplan. Het gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden vormde een gezamenlijk
probleem waar gemeente, provincie, Kamer van Koophandel, ZMF, Recron en de ZLTO zich op hebben
gestort. Deze streek kent een aantal uitdagingen op economisch en ecologisch gebied en binnen de kaders van
het Gebiedsplan is Waterdunen één van de grotere projecten die invulling geeft aan de uitdaging. Dit staat in de
doelstellingenovereenkomst die ondertekend is door provincie en gemeente. De Stuurgroep heeft getracht het
project naar een realisatiefase te brengen. We hebben inmiddels veel bereikt, maar niet alles. Het plan is op
hoofdlijnen financieel rond. Er komt een forse bijdrage van het rijk, er is overeenstemming met het ministerie van
V&W over de aard, omvang en financiering van de zwakke schakel inclusief de verbetering van de omgeving. We
zijn heel ver in het proces om geld te krijgen uit het Nota ruimte budget (voorheen FES). Waterdunen is één van
de 23 projecten en een van de weinige buiten de randstad. We hebben doelstellingen, financiering en particulieren
die willen investeren. We hebben als Stuurgroep ons uiterste best gedaan om de grondverwerving op minnelijke
basis voor elkaar te krijgen. Tot 2006 was de Dienst Landelijk Gebied belast met de grondverwerving. Daarna
heeft Molecaten onderhandelingen gevoerd. We hebben echt ons stinkende best gedaan om aan de wens van
de raad tegemoet te komen. Als bestuurlijke duidelijkheid er niet komt dan wordt minnelijke grondverwerving heel
moeilijk.
In 2009 moet met de planologische procedure worden begonnen, om de planning van Zwakke schakels te kunnen
halen. Als we succes willen hebben met het Nota ruimte budget dan moet er eind dit jaar duidelijkheid zijn in
Den Haag. De tijdsdruk vanuit veiligheid en vanuit financiën heeft geleid tot dit gesprek. Met het project zijn provinciale
belangen gemoeid. En de provincie financiert in belangrijke mate de grondverwerving. De provincie
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
10
hecht er bijzonder aan, het plan Waterdunen een stap verder te brengen. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening
biedt daarvoor een middel. De provincie wil voor Waterdunen een inpassingsplan maken.
De heer Van Waveren licht toe dat sinds de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 er
geen hiërarchische schikking meer is, maar overheden hebben instrumenten gekregen om wat voor hun bestuursgebied
van belang is, mogelijk te maken. De provincie kan een inpassingsplan opstellen, hetgeen zich laat
vergelijken met een bestemmingsplan. De provincie voert de procedure. Binnen GS is uitvoerig gesproken over
Waterdunen en over de belangen m.b.t. veiligheid, recreatie en toerisme en natuur. Dit was voor ons voldoende
reden om te overleggen met de raad. GS zal aan PS voorstellen om een procedure voor een inpassingsplan te
voeren in de komende periode. Besluit PS daartoe, dan zullen zij vervolgens de raad daarover horen. Vervolgens
ondergaat het inpassingsplan eenzelfde procedure als een bestemmingsplan. Tijdens de ter inzage legging van
het ontwerpplan kan de raad zienswijzen indienen en vervolgens eventueel in beroep. Echter, het is van belang
om vooral bij de voorbereiding van het plan goed overleg te voeren.
De voorzitter bedankt de GS leden voor hun toelichting en stelt de raadsleden in de gelegenheid tot het stellen
van vragen.
De heer Gijsel (Gemeentebelangen) merkt op dat gedeputeerde Wiersma meldt dat het project op hoofdlijnen
financieel rond is. Welk financieel deel is dan nog niet rond? Verder loopt de minnelijke grondverwerving heel erg
moeilijk. Bedoelt de gedeputeerde dat onteigening om de hoek komt kijken?
De heer Wielakker (PvdA) wil graag nadere informatie over de grondverwerving. Gaat het om 40% of 80% wat
verworven is?
De heer Provoost (VVD) vraagt eveneens naar de huidige stand van zaken m.b.t. de grondverwerving. Verder
moet PS het licht op groen zetten voor GS. Liggen hier nog belemmeringen vanuit het verleden?
Verder was indertijd een voorwaarde om met het project in te stemmen, dat het waterpeil buiten het gebied niet
zou veranderen.
De heer Baarends (Dorpsbelangen) vraagt of zienswijzen ook voor belanghebbenden open blijven staan.
Mevrouw Van de Vijver (VVD) stelt vast dat er een tijdsdruk in de planning zit zodat er voor het eind van het jaar
duidelijkheid moet zijn. Gaat dit wel lukken? Verder is één van de redenen om Waterdunen uit te voeren de veiligheid.
De heer Provoost van het waterschap heeft echter aangegeven dat de versterking plaatsvindt ongeacht
wat er gebeurt in het gebied. Dus veiligheid komt er toch wel.
De heer Basting (Gemeentebelangen) vraagt om informatie over de zoutinlaat.
De heer Loonen (Helder Zeeuws) zou graag zicht hebben op het prijskaartje en weten wie er voor de kosten opdraait.
Hebben we de zekerheid dat het de gemeente geen extra financiële middelen gaat kosten?
De heer Verpaalen (CDA) geeft aan veel contact te hebben met burgers. Het draagvlak bij de burgers voor Waterdunen
neemt af. Heeft GS een visie daarover?
De heer Wiersma licht toe dat ten behoeve van de exacte hoogte van de bijdrage in het kader van het Nota Ruimte
budget nu een businesscase wordt opgesteld. Daarbij worden zo goed mogelijke aannames gedaan ten aanzien
van de kosten ook voor de grondverwerving en opbrengsten. Op basis daarvan neemt het rijk een besluit
over de hoogte van de rijksbijdrage. Eerder al heeft minister Cramer op basis van de MKBA en de analyse daarvan
door het Centraal Planbureau aangegeven dat investeren in Waterdunen maatschappelijk verantwoord is.
Voor wat betreft grondverwerving is in de afgelopen periode onderhandeld tussen Molecaten (die daarvoor bureau
Overwater had ingeschakeld) en de Stichting VGABG die optrad namens een belangrijk deel van de grondeigenaren
in het gebied. Het bod van Molecaten bestond uit een aantal opties waarbij naast een financieel aanbod
ook vervangende grond aangeboden is. Ook participeren in Waterdunen is besproken. Het proces is nauwgezet
gevolgd en zorgvuldig gebeurd. De geboden prijs is meer dan marktconform. We hebben ons uiterste best
gedaan. De Stichting heeft het bod niet geaccepteerd maar het ligt op dit moment nog wel op tafel. Er moet nog
200 hectare van de totaal 300 ha verworven worden.
Tijdsdruk. Aan het eind van het jaar moet er duidelijkheid zijn over het starten van de planologische procedure.
Zoutinlaat/monitoring. Men is bezig met een onderzoek naar het inlaten van gedempt zout getij, conform het project
in Lippenbroek/Kruibeke. Buiten het project is er geen sprake van zoutinvloed. De ZLTO wilde extra zekerheid
en in samenspraak met hen is een zoutmonitoringsprogramma opgesteld. Zodra Waterdunen doorgaat, start
de monitoring. Het zoutprobleem wordt dus perfect in de gaten gehouden en bij eventuele zoutschade vindt vergoeding
plaats. Daar is in Zeeland al de nodige ervaring mee opgedaan o.a. rond het Veerse Meer.
Beheer en onderhoud: dit komt voor het recreatieve deel bij Molecaten, het natuurdeel bij Stichting Het Zeeuwse
Landschap. De details komen in het exploitatieplan.
Draagvlak burger neemt af. Hoe is dit gemeten? Het project heeft 2 jaar stilgelegen dus praat men er niet over
aan de koffietafel. We zitten voor een bestuurlijke opdracht in de streek om economische ontwikkelingen erbij te
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
11
halen en dit te combineren met veiligheid en ecologie. Er zal een afweging moeten worden gemaakt tussen collectief
belang en individueel belang.
Kustversterking. De kust zal versterkt worden maar indien Waterdunen niet doorgaat, dan zonder extra ruimtelijke
kwaliteit. We hebben ons buitengewoon ingespannen om ruimte te reserveren en om extra baten binnen te
halen.
Kost het de gemeente extra geld? Nee. Het zal wel zichtbaar moeten zijn dat de gemeente zich inspant, bijv. door
aanleg van een parkeerplaats, hetgeen tot regulier werk behoort.
Verhoging peil buiten het gebied. Het peil blijft buiten het gebied op hetzelfde niveau.
De heer Van Waveren geeft aan dat burgers ook zienswijzen in kunnen dienen, evenals beroep. Dit is ongewijzigd
in de Wro.
De positie van PS ten opzichte van de raad van Sluis inzake de ontwikkelingsschets Westerschelde. De provincie
heeft het verdrag ondertekend en daarna bleek dat burgers er anders tegenaan keken. Dit heeft tot discussie in
de Staten geleid. Er zijn 5 polders aangewezen waar ontpoldering plaats zou kunnen vinden en er is een motie
ingediend voor vrijwillige grondverwerving. Vervolgens is via het spoorboekje middengebied besloten om alternatieven
te gaan onderzoeken voor de 300 ha-opgave aan estuariene natuurontwikkeling. Een gedeelte van de
hectares kan buitendijks gerealiseerd worden en een deel bij Perkpolder en bij Waterdunen. Wat de Staten in
Waterdunen en Perkpolder aanspreekt is niet sec de estuariene natuurontwikkeling maar de bredere impuls voor
economie en veiligheid. Binnen PS is er draagvlak voor deze plannen. Vorige week is gesproken over de resultaten
van het spoorboekje-onderzoek. Er zijn geen signalen uit de grotere partijen in PS dat we op het verkeerde
spoor zitten. Uiteraard is GS het met PS eens, dat alles op alles gezet moet worden om gronden vrijwillig te verwerven,
wat niet inhoudt dat er nooit gesproken zal worden over onteigening
Mevrouw Van de Vijver (VVD) merkt op dat gesteld wordt dat er wel kustversterking komt maar zonder Waterdunen
geen kwaliteit. Echter kwaliteit is ook akkergrond en koolzaad, enz. Het draagvlak onder de burgers verkleint
inderdaad omdat we al zoveel natuur hebben. Waterdunen wordt heel erg verheerlijkt. Vrijwillige grondverwerving
is voor de raad toch van belang. Indien GS besluit tot onteigening dan is dat voor hun verantwoordelijkheid.
De heer Evers (PvdA) vraagt welke bestuurlijke duidelijkheid van de raad wordt verwacht.
De heer De Croock (CDA) vraagt naar een toelichting op de economische haalbaarheid. De cijfers zijn al een
paar jaar oud en zijn gebaseerd op globale aannames. De landbouw trekt nu weer aan. Is deze afweging ook
gemaakt?
De heer Wiersma legt uit dat als Waterdunen niet doorgaat er op die locatie een grote dijk komt. Dit heeft echter
voor een ondernemer niks te bieden. Is het er zeer mee eens dat ook landbouwgewassen kwaliteit bieden. Maar
met Waterdunen komt er een investering van € 200 miljoen in een gebied, dat zo'n investering goed kan gebruiken.
Economische vitaliteit van het gebied. Die krijgt met Waterdunen een extra duwtje. Is blij dat de landbouw aantrekt.
Er is recent een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) gemaakt t.b.v. VROM. Deze is bekeken
door het Centraal Plan Bureau dus wij gaan er vanuit dat de cijfers correct zijn. Een particulier wil investeren in
een project dat deugt en dat willen VROM, LNV, V&W en de provincie eveneens.
Onteigening. Het idee is om door de bestuurlijke en planologische duidelijkheid te bereiken dat we het niet over
onteigening hoeven te hebben. We hopen dat vrijwillige grondverwerving dan wel lukt. Nu is er binnen de Stichting
een veto. Op een bepaald moment dient men een keuze te maken. De bestuurlijke duidelijkheid kunnen we in
november geven en de kans komt nu langs.
Opvatting raad. We willen de mening en opvatting van de raad horen. PS neemt het besluit en hoort daarover de
raad. Omdat het echter een nieuwe figuur is wilden wij de raad vooraf informeren. Het is zeker niet de bedoeling
de gemeente te overrulen.
De heer Evers (PvdA) stelt vast dat PS een besluit neemt. In feite maakt het niet heel veel uit wat de raad zegt
tenzij we unaniem tegen zijn. De PvdA is altijd een voorstander van Waterdunen geweest. We hechten echter wel
aan vrijwillige grondverwerving. Gaat er vanuit dat de provincie vrijwillige grondverwerving niet gedag zegt en
wenst GS veel succes.
De heer Meijer (Helder Zeeuws) stelt dat de provincie komt paaien en bedreigen. Dus men trekt zijn plan maar.
De normale gang van zaken is dat er een goed bod wordt gedaan maar dat is blijkbaar niet gedaan. Wenst GS
succes met het maken van een inpassingplan en wijst erop dat indien men overgaat tot onteigening ook dit de
verantwoordelijkheid van GS is.
Mevrouw Van de Vijver (VVD) wijst erop dat de twee moties unaniem door de raad zijn aangenomen. Vrijwillige
grondverwerving is de basis voor alles. Als het op den duur op een andere wijze moet, het zij zo.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
12
Hoopt dat GS gelijk heeft dat de grondverwerving nu los komt. Stelt voor dat er nog harder gestonken moet worden.
GS mag dit beschouwen als een positief geluid.
De heer Gijsel (Gemeentebelangen) merkt op dat GS aangeeft Waterdunen niet uit handen van de gemeente te
willen nemen wat aangeeft dat dit dus wel kan via de nieuwe Wro. Stel dat de raad niet akkoord gaat met Waterdunen
kan de provincie het plan dan zelf oppakken?
De heer Baarends (Dorpsbelangen & Toerisme) stelt voor te kijken of het de provincie alsnog op vrijwillige basis
lukt.
De heer Provoost wijst erop dat het ook een gezamenlijke oefening kan worden. De raad heeft indertijd voorgesteld
plannen te maken voor een vernieuwingsslag. Het is niet onwaarschijnlijk dat vrijwilligheid vanzelf boven
komt drijven als de provincie en gemeente zeggen dat het een goed plan is. Dan kan men onderhandelingen
openen. We zitten hier om de bevolking vooruit te helpen. Het is een majeur plan en het zou jammer zijn als het
niet mocht slagen. Haal alles uit de kast om vrijwillig te verwerven.
Mevrouw Flikweert (CDA) geeft aan toch geluiden te horen over onteigening. We houden vast aan vrijwilligheid
en zijn tegen de zoutinlaat. Gedeputeerde Wiersma spreekt over een martkconform bod maar er is een belachelijk
laag bod uitgebracht. Als de Stichting besluit tot verkopen is het hun goed recht maar dan moet er meer geboden
worden.
De heer De Croock (CDA) vraagt wanneer de raad de recente nieuwste cijfers te zien krijgt.
De voorzitter wijst erop dat de raad vóór Waterdunen heeft gestemd onder voorwaarde van vrijwillige grondverwerving
en onder voorwaarde van een oplossing voor de zoutproblematiek. GS legt nu verantwoording af over
wat de afgelopen jaren is gedaan. Stelt voor om met deze nieuwe informatie nogmaals naar de moties te kijken.
De heer Van Waveren is het eens met de noodzaak van een goede samenwerking. In het proces voor een inpassingsplan
is voldoende ruimte om de raad daarbij te betrekken. Het gaat over uw en ons grondgebied.
De heer Meijer (Helder Zeeuws) wijst erop dat de provincie de verantwoordelijkheid heeft en de kar moet trekken.
De heer Van Waveren wil wel graag van de kennis in Sluis gebruik maken. Dat is beter dan achteraf via een
zienswijze. De provincie zal haar verantwoordelijkheid nemen.
Mevrouw Peijs wijst erop dat het gaat om de gemeente Sluis. U praat mee op het moment dat het kan. Als Waterdunen
niet doorgaat dan gaan de tientallen miljoenen naar een ander project. Er moeten hier toch mensen
zitten die uitkijken naar een nieuwe impuls. Wij nemen onze verantwoordelijkheid maar denk ook eens na over uw
verantwoordelijkheid als gemeenteraad. Het alternatief voor Waterdunen, een grote dijk, maakt het gebied niet
mooier. Denk er eens een week over na en laat dan uw besluit weten. We zitten wel met een tijdsdruk en het
gebied heeft een impuls nodig voor toerisme en economie en bovendien grote voeten. De zwakke schakel wordt
opgelost. Weeg het tegen elkaar af.
De heer Wiersma wijst erop dat GS hier niet zit om de gemeente te overrulen. We hebben hier een groot belang.
We zullen een inpassingsplan moeten maken omdat we zoveel belang hebben. We gaan er vanuit dat de grondverwerving
rond zal komen. Als Waterdunen in de realisatiefase komt dan wordt er geïnvesteerd door Molecaten
en door de provincie. Als de exploitatie rond is dan wordt het voorgelegd aan de raad.
De heer Evers (Pvda) merkt op dat de moties inzake vrijwillige grondverwerving zijn vastgesteld met uitzondering
van de primaire zeewering. Is verbaasd over het voorstel van mevrouw Peijs voor een week bedenktijd. Heeft dit
niet nodig. Wenst de provincie veel succes.
De heer Provoost (VVD) stelt dat de verantwoordelijkheid bij PS komt te liggen maar wij moeten meehelpen.
Hiervoor zijn in 2005 kaders vastgesteld. Als de provincie hier nadere invulling aan wil geven dan moeten wij dit
ondersteunen.
De heer De Croock (CDA) merkt op dat men zegt dat er nieuwe cijfers zijn waar de economische haalbaarheid op
gerealiseerd is. Wachten we nu op een exploitatieopzet?
De heer Wiersma geeft aan dat de rijksbijdrage vaststaat. De bijdrage van Molecaten en Stichting Het Zeeuwse
Landschap staan zo goed als vast. De financiële zekerheden zijn aanzienlijk groter dan de onzekerheden. Het
gaat om een project van € 200 miljoen waarvoor een MKBA is gemaakt.
De heer Basting (Gemeentebelangen) merkt op dat er kansen en bedreigingen zijn. Het gaat om de vitaliteit van
de streek. Hier zijn er kansen om werkgelegenheid te scheppen en er zijn gelden beschikbaar. We moeten de
kansen gewoon grijpen.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
13
De heer Wielakker (PvdA) stelt dat de verhoudingen binnen de raad niet veranderd zijn. Er is een ruime meerderheid
van de raad voor Waterdunen en dus voor een inpassingsplan. Wel dient vrijwilligheid overeind te blijven.
De heer Van Waveren licht toe dat PS de raad officieel zullen horen voor het voeren van de procedure van het
inpassingsplan. Dan is een formele uitspraak van de raad nodig. Op het moment dat het besluit tot een inpassingsplan
wordt genomen dan valt dit onder de verantwoordelijkheid van PS. We kunnen niet samen een besluit
nemen maar er wordt zeer gehecht aan goede contacten.
De voorzitter concludeert dat GS, gezien de uitlatingen, haar signaal gehad heeft. Alle argumenten zijn over tafel
gegaan. We nemen kennis van het uitgesproken voornemen tot het maken van een inpassingsplan. We nemen
kennis van het feit dat de raad niet op de moties terug wil komen. Gemeente en provincie werken op vele fronten
voortreffelijk samen. Hij hoopt dat ieder zijn verantwoordelijkheden neemt en op coöperatief samenwerken. We
zullen onze inbreng later in de procedure zorgvuldig voorbereiden. Hij bedankt het college van GS en de raadsleden
voor hun inbreng en sluit de vergadering.
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
14
Bijlage 2. Brief aan gemeenteraad van Sluis in kader van het horen ex art. 3.26 Wro
Betreft : inpassingsplan Waterdunen
Bijlage: globale planbegrenzing
Geachte leden van de gemeenteraad van Sluis,
In onze vergadering van 14 november jl. hebben wij het voornemen uitgesproken voor het project Waterdunen
een inpassingsplan te maken. De volgende overwegingen liggen daaraan ten grondslag:
• Waterdunen is voor provinciale doelstellingen op gebied van kustversterking, recreatie, leefbaarheid en natuur(waaronder ook een mogelijke NPW-titel voor Waterdunen) een uitermate belangrijk project. Deze doelstellingen
zijn expliciet neergelegd in het Omgevingsplan 2006-2012 en in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal.
Het project gaat het gemeentelijk belang te boven.
• De provincie geeft de opdracht voor grondverwerving en draagt daardoor van de publieke partijen de meestefinanciële risico's. De provincie dient derhalve ook de beschikking te hebben over middelen (zeggenschap in
planologische procedure, instrumenten voor grondverwerving), waarmee die risico's beperkt kunnen worden.
• De Wro biedt de provincie instrumenten om provinciale projecten te realiseren. Bedoeling is dat deze instrumentenook daadwerkelijk benut gaan worden, om de voor de provincie van groot belang geachte doelen te
kunnen realiseren.
Al eerder, in de bijeenkomst van 22 september jl., heeft het college van Gedeputeerde Staten u over achtergronden
en doel van dit besluit geïnformeerd.
Onder verwijzing naar art. 3.26, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening willen wij u in de gelegenheid stellen
uw reactie te geven op ons voornemen een inpassingsplan voor Waterdunen te maken. Wij verzoeken u uw reactie
uiterlijk vóór 1 februari 2009 toe te zenden aan Gedeputeerde Staten van Zeeland, Postbus 165, 4330 AD
Middelburg. Gedeputeerde Staten zullen uw reactie ter kennis brengen van onze staten en betrekken bij de verdere
voorbereiding van het inpassingsplan.
Op bijgevoegd kaartje is de planbegrenzing globaal aangegeven. Uw reactie en andere reacties in het kader van
het vooroverleg kunnen aanleiding geven tot aanpassing van de begrenzing. De definitieve begrenzing zal in het
ontwerp inpassingsplan worden neergelegd.
Consequenties van het voornemen een inpassingsplan vast te stellen zijn in de eerste plaats dat de bevoegdheden
van het college van Burgemeester en Wethouders en gemeenteraad met betrekking tot het voorbereiden en
vaststellen van het plan over gaan naar respectievelijk Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. De procedure
blijft voor het overige ongewijzigd. Ook voor burgers verandert er feitelijk niets, behalve dat zij inspraakreacties en
zienswijzen aan de provincie in plaats van aan de gemeente moeten richten. In de Wro is voorts geregeld, dat
Provinciale Staten bij het vaststellingsbesluit kunnen bepalen, dat ten aanzien van de bevoegdheden met betrekking
tot bouwvergunningen, aanlegvergunningen, afwijkingen, etc. Gedeputeerde Staten in de plaats treden van
B&W. Vooralsnog stellen wij ons voor terughoudend om te gaan met een dergelijke overdracht van bevoegdheden.
De noodzaak en de wenselijkheid daartoe zullen bij de verdere planuitwerking en uitvoeringsvoorbereiding
nader bekeken worden. Wij zullen daarbij uiteraard ook rekening houden met uw reactie op dit punt.
Gedeputeerde Staten zijn belast met de voorbereiding van het inpassingsplan. Zij zullen hierover nader met u
overleggen in het kader van het vooroverleg ten behoeve van het voorontwerp inpassingsplan. Wij vertrouwen op
een constructieve samenwerking, waardoor het inpassingsplan adequaat afgestemd kan worden op de andere
(bestemmings)plannen van de gemeente Sluis en het gemeentelijke beleid.
In de vervolgprocedure bestaat voor uw gemeente uiteraard ook de wettelijke mogelijkheid van het indienen van
zienswijzen en beroep. Ons streven is er echter op gericht door samenwerking en goed overleg tussen provincie
en gemeente zienswijzen en beroepen vanuit uw gemeente te voorkomen.
Wij hopen ook van harte, dat de gemeente Sluis partner blijft in het project Waterdunen en als zodanig ook deel
blijft uitmaken van project- en stuurgroep van Waterdunen.
Hoogachtend,
Provinciale Staten
Onderwerp:
inpassingsplan Waterdunen
15
Bijlage 3. Globale planbegrenzing