Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

WATERDUNEN. (23-05-2011) Inspraakreactie namens Statenfractie Partij voor Zeeland en Statenfractie PVV d.d. 23-05-2011.

Waterdunen.

 

 

Vergadering Provinciale Staten d.d. 23 mei 2011 (François Babijn)

V. Ingekomen stukken.

    1. Brief van Minister van Infrastructuur en Milieu van 4 april 2011 over het onteigeningsplan "Waterdunen"/ Gemeente Sluis.

 

Voorzitter,

Het onteigeningsplan "Waterdunen". Wat zijn de FEITEN en wat is FICTIE?

 

Het project ‘Waterdunen’ is ontstaan vanwege de noodzaak om aldaar de ‘zwakke schakel’ te versterken waardoor camping Napoleon Hoeve in zijn geheel verplaatst moet worden.

Dat is fictie, want er is van meet af aan een strook grond van ongeveer 30 meter breed gereserveerd t.b.v. conventionele dijkverzwaring, voor het geval ‘Waterdunen’ niet door zou gaan. Er is dus nooit een dwingende noodzaak geweest om de complete camping te verplaatsen.

 

‘Waterdunen’ staat in het Gebiedsplan ‘Natuurlijk Vitaal’ en daar wordt, conform hetgeen in samenspraak met alle betrokken organisaties is overeengekomen, uitvoering aan gegeven.

Dat is wederom fictie, want over het project ‘Waterdunen’ wordt in het ‘Gebiedsplan’ met geen woord gerept.

 

Er wordt uitvoering gegeven aan de economisch meest renderende variant voor ‘Waterdunen’: ‘Gevarieerd Waterdunen’.

Fictie. Teneinde een groter deel mee te kunnen laten tellen als ‘Estuariene Natuurcompensatie’ (52 i.p.v. 22 ha.) en daardoor meer subsidie uit Den Haag aan te kunnen trekken, heeft men die variant verlaten en uiteindelijk besloten het waterpeil van het in te laten zoute water te verhogen. Dus heeft men feitelijk gekozen voor de variant ‘Natuurlijk Waterdunen’, een duurdere variant, die minder toegankelijk is en minder economisch rendement oplevert, al wilde het college van GS dat destijds niet toegeven.

 

Minnelijke grondverwerving.

Op 17 december vorig jaar is door het college van Gedeputeerde Staten toegezegd dat er, ondanks het door Provinciale Staten genomen besluit, een uiterste inspanning zou worden gedaan om de gronden alsnog op een minnelijke wijze te verwerven.

Dat is fictie. Betrokken grondeigenaren melden ons dat er sindsdien nauwelijks contacten zijn geweest.

 

Bedreiging volksgezondheid.

Ontpoldering, of anders gezegd het inlaten van zout water in de Oud Breskenspolder en het creëren van getijdenwerking, houdt op termijn een serieus te nemen gezondheidsrisico in voor de inwoners van onze streek.

Dat is een feit en daarbij verwijzen wij naar het rapport van dr. C.W. Scheele, u allen bekend.

 

Geschonden vertrouwen.

Wij willen er bij deze nog op wijzen, dat het college bij monde van toenmalig gedeputeerde Wiersma, heeft beloofd dat de gevoerde gesprekken met betrokkenen aangaande grondverwerving vertrouwelijk zouden zijn.

Nu blijkt echter dat deze belofte met voeten is getreden. Verslagen van gesprekken die zijn gevoerd, e-mailverkeer, brieven; vaak dus vertrouwelijke details, liggen, tegen alle afspraken in, voor eenieder ter inzage bij de gemeente Sluis.

 

Onze bezwaren nog eens kort samengevat.

De slecht onderbouwde economische cijfers, de onwaarschijnlijk hoge bezettingscijfers (jaarrondexploitatie), de (ten opzichte van een dergelijk investeringsbedrag) lage werkgelegenheidsimpuls, de verziltingrisico’s, de infrastructuur die niet berekend is op het verwerken van de voorgespiegelde bezoekersaantallen, de negatieve gevolgen van de jarenlange overlast tijdens de aanlegfase, het beheer en onderhoud dat financieel nog steeds niet afgedekt is, de gezondheidsrisico’s die een dergelijk ‘ontpolderingsproject’ met zich meebrengt (zie rapport dr. C.W. Scheele) en tot slot de wijze waarop Gedeputeerde Staten van Zeeland opereert en heeft geopereerd in dit dossier.

 

Het kernpunt dat wij vandaag , mede namens de Statenfractie Partij voor de Vrijheid (PVV) onder uw aandacht willen brengen, is het volgende.

In de Statenvergadering van 17 december 2010 hebben de Statenleden besloten om de onteigening aan te vragen. Voor veel Statenleden was dit een moeilijk te nemen besluit. De afwegingen die zij daarbij hebben gemaakt waren mede gebaseerd op de informatie die zij via GS hebben gekregen. Niet alleen de informatie over de inhoud van het plan, maar ook de informatie over de stand van zaken m.b.t. de grondverwerving hebben hierbij een grote rol gespeeld. Hoewel Statenleden recht hebben op heldere, duidelijke informatie was er ook enig begrip voor het feit dat uit oogpunt van vertrouwelijkheid er geen directe inzage was in de persoonlijke onderhandelingsdossiers. Statenleden moesten het doen met de summiere informatie in het onteigeningsvoorstel en de mondelinge informatie van de projectleider en de Gedeputeerde. Deze gang van zaken zou dan kunnen passen binnen artikel 13 van de gedragscode bestuurlijke integriteit Provincie Zeeland uit 2004, waarin wordt gesteld dat een bestuurder te allen tijde volledige openheid van zaken betracht, tenzij sprake is van informatie die geheim of vertrouwelijk is, ofwel binnen de kaders van de Wet Openbaarheid Bestuur niet voor openbare verstrekking in aanmerking komt.

Het feit dat Statenleden bepaalde informatie in december niet hebben gekregen betekende dus dat er sprake was van geheime, dan wel vertrouwelijke informatie.

 

Ik ben vorige week op het gemeentehuis van Sluis de stukken m.b.t. het onteigeningsvoorstel gaan inzien. Voor letterlijk iedereen liggen daar de soms complete onderhandelingsdossiers, inclusief de vertrouwelijke stukken, ter inzage. De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat GS deze informatie dus niet beschouwt als geheim of vertrouwelijk. Het was dan ook de plicht van GS geweest om deze informatie in december ook aan de Statenleden te verstrekken. Dit heeft GS verzuimd en dat is een ernstig feit. Statenleden hebben hierdoor geen eigen oordeel kunnen vormen over de stand van zaken m.b.t. de grondverwerving.

Tevens blijkt uit die stukken dat toenmalig Gedeputeerde Wiersma, aangaande de stand van zaken m.b.t. de grondverwerving, namens het college, op 17 december 2010 niet de waarheid heeft gesproken en Provinciale Staten heeft misleid, hetgeen een bestuurlijke doodzonde is en een college onwaardig.

 

Slotconclusie.

Naast het feit dat GS verzuimd heeft deze informatie aan de Statenleden te verstrekken heb ik ook kunnen constateren dat de wel verstrekte informatie op 17 december 2010 niet in overeenstemming is met de inhoud van de persoonlijke dossiers, zoals deze ter inzage liggen.

Wij, de Statenfractie van de Partij voor Zeeland en de Statenfractie van de Partij voor de Vrijheid, zijn van mening dat dit niet zonder gevolgen kan blijven.