Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

ZMf subsidie. (22-06-2010) Brief aan Gedeputeerde Staten van Zeeland namens de Partij voor Zeeland.

Aan

het College van Gedeputeerde Staten

Provinciehuis

Abdij 6

4331 BK MIDELBURG

 

Hoek, 22 juni 2010

 

Geacht College,

 

Schriftelijke vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Johan Robesin, Partij voor Zeeland (PvZ), naar aanleiding van de subsidieverhoging Zeeuwse Milieufederatie ZMf, in plaats van een fundamentele subsidieverlaging, zoals door Provinciale Staten middels een motie was verzocht.

 

Toelichting.

 

Op 13 november 2009 is er door een meerderheid van Provinciale Staten een motie aangenomen om te komen tot een substantiële subsidieverlaging voor de ZMf. Kernpunt van de motie is, dat een budgetsubsidie voor de ZMf, ingaande 2010, nog slechts gerechtvaardigd is voor “het onderhouden van de coördinatie op het gebied van deelbelangen en milieueducatie”.

 

Provinciale Staten heeft uw college van Gedeputeerde Staten middels deze motie

(gesteund door CDA, PvZ, SGP, PS en VVD) opgedragen met dit uitgangspunt rekening te houden bij het maken van afspraken met de ZMf over de subsidiëring ingaande het jaar 2010 en derhalve tot een gewijzigde subsidierelatie te komen met de ZMf.

Overwegingen:

  • “De positie van de ZMf vraagt om een volwassen relatie tussen overheid en milieubeweging.”
  • “De overheid heeft ingespeeld op een groeiend milieubesef door adequate en toereikende milieuafdelingen in het ambtelijk apparaat in te stellen.”
  • “Daarbij geen subsidies passen die zijn bedoeld om organisaties in stand te houden.”

Uit de stukken die uw college mij als voorzitter van de Statenfractie Partij voor Zeeland uiteindelijk, na herhaaldelijke verzoeken, heeft doen toekomen, komt duidelijk naar voren, dat uw college 2010 ziet als een overgangsjaar en dat - wie schetst onze verbazing - de ZMf tegen alle verwachtingen en bedoelingen in, zelfs een subsidieverhoging is toebedeeld.

 

Uit het voorwoord van het jaarverslag 2009 van de ZMf blijkt voorts, dat deze organisatie zelf wel de betreffende motie op de enig juiste wijze heeft geïnter-preteerd, getuige het citaat: ,,In het jaarverslag dat voor u ligt, vertellen we u over al onze activiteiten in 2009.

 

U zult lezen dat velen met succes zijn gerealiseerd. Dat is geen verdienste. Het zegt vooral het nodige over de inzet en de professionaliteit van de ZMf. Die vormen een stevige basis voor onze vereniging. Dat fundament is cruciaal. Juist in een jaar dat een meerderheid van de Staten van Zeeland de ZMf overviel met een forse bezuinigingsmotie”.

 

Vragen.

 

  1. Waarom heeft uw college geen juiste uitvoering gegeven aan de op 13 november 2009 aangenomen motie m.b.t. de subsidiëring van de ZMf?
  2. Waarop is uw besluit om 2010 te zien als een overgangsjaar gebaseerd, in het licht van deze (ook voor de ZMf) heldere motie en hoe kan dat daarenboven ook nog aanleiding geven tot een subsidieverhoging?
  3. Kan uw college toelichten, wat de passage in het ‘Verslag stafbespreking Gedeputeerde Wiersma van 3 februari 2010’: ,,Projecten ophogen naar     € 280.000,-”, betekent en waarom daartoe destijds werd besloten?
  4. Kan uw college aangeven waarom de ZMf  betaald wordt voor het bijwonen van “werkoverleggen” en € 110.062,-- krijgt voor het bijwonen van tenminste 46 van 54 van die “werkoverleggen”?
  5. Is het juist, dat uw college inzet op het komen tot één groene organisatie voor Zeeland in 2011 en zo ja, kunt u dan uileggen waarom dat een taak voor de provincie zou moeten zijn en welke kosten daarmee gemoeid zijn?

 

Onze fractie concludeert, na bestudering van de ons beschikbaar gestelde documenten, dat de Zeeuwse Milieufederatie ZMf door een geheel eigen ziens-wijze van uw college en volledig in afwijking van het standpunt van een meer-derheid in Provinciale Staten, juist meer in plaats van minder subsidie gaat ontvangen, zonder dat ze daar zelf op aangedrongen hebben. Uw college toont daarmee geen respect voor de uitgesproken wens van Provinciale Staten om de subsidie substantieel te verlagen; dit in overeenstemming met de actuele visie van de centrale overheid op de maatschappelijke rol van milieuorganisaties.

 

Op deze conclusie en bovenvermelde vragen vernemen wij graag z.s.m. de reactie van uw college.

 

Hoogachtend,

 

Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ),