Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

Reactie Gemeenteraadslid PvdA Sluis. (16-02-2009) Aanleg nieuwe natuur en Staats-Spaanse Linies.

Geachte heer Babijn, beste Francois,
 
Met plezierige verbazing en soms enige ontsteltenis heb ik kennisgenomen van de inhoud van je brief, bestudeerd ook en aangezien de kern van je betoog met de argumentatie mijn vakgebied tot in het hart raakt, neem ik de vrijheid om te reageren. Trek het je niet aan, dat ik het zelden met je eens bent.
 
Over begrippen als mooi en aantrekkelijk kunnen we eindeloos debatteren. Dat is zeker van toepassing bij de waardering van het landschap, omdat persoonlijke abstracties een rol meespelen, zoals jeugdervaringen, sociale achtergrond, interesse en kennis. Iedereen heeft een andere voorstelling en beleving van zijn of haar leefruimte. Ik deel echter niet jouw mening dat de reconstructies van elementen uit de StaatsSpaanse Linies en de aanleg van de nieuwe natuurgebieden in het kader van de EHS een "ingrijpende" aanslag is op ons landschap. Ik ga gemakshalve even voorbij aan de aanlegfase, want dat geeft inderdaad wel enig overlast. Wat dat betreft is het maar gelukkig dat we in West Zeeuws Vlaanderen wonen, want je moet er niet aan denken, wat een overlast er voor onze deuren zou staan, als we hier een "Betuwelijn" gingen aanleggen of een A4 gingen boren. En daarmee wil ik de kwestie niet ridiculiseren, maar wil ik slechts zeggen, dat overlast volgens mij een heel betrekkelijk begrip is. Binnenkort begint de versterking van onze zeewering en dat zal 5 jaar lang veel overlast geven, maar ik denk dat de meeste zeeuwsvlamingen dat niet als overlast ervaren, omdat het gewoon noodzakelijk is. De essentie van je betoog is naar mijn gevoel, dat de overlast bij de aanleg van de SSL en de EHS veel zwaarder weegt dan bij andere maatschappelijke en als meer relevant ervaren projecten. Ik zie de SSL en de EHS als meer variatie in het landschap en in mijn perceptie is dat plezierig. Overigens worden veel elementen van de SSL binnen de begrenzing van de EHS aangelegd zodat het ruimtebeslag niet dubbelop is. Maar dat terzijde. 
 
Niet zo heel lang geleden is in de Staten van Zeeland een vergelijkbaar debat gevoerd over nut en noodzaak van de aanleg van nieuwe natuur op landbouwgrond. Je zou dan overigens welhaast vergeten, dat we gewoon rijksbeleid aan het uitvoeren zijn. In 1991 heeft ons parlement besloten om in 25 jaar de EHS aan te leggen, waarbij 150.000 ha landbouwgrond van functie veranderd. Zeeland staat voor 6800 ha aan de lat. Van de 140.000 ha landbouwgrond in onze provincie, overwegend akkerland, zal in 25 jaar 6800 ha van functie veranderen, dat is iets minder dan 5% van het areaal. Inmiddels is ongeveer 3500 ha gerealiseerd, zodat het zeer de vraag is of oplevering van de Zeeuwse EHS in 2018 wel gehaald wordt. In Den Haag wordt dan ook wel gesproken over een extra inspanning. Er zijn inmiddels al provincies die zelf middelen ter beschikking stellen. Wat ik in de hele discussie meestal mis, is de reden van en de argumentatie voor de aanleg van de natuurgebieden. In het beste geval hoor je dan, dat een aantrekkelijk landschap een economische waarde heeft en de toeristen beweegt onze streek op te zoeken en, dat vooral, veel geld uit te geven. Weer een ander heeft het over een therapeutische betekenis, ook weer betrekkelijk, want een echte betonjunk zal zonder uitzicht op asfalt en grafittimuren nog geen stap in ons Nationale Landschap durven zetten en zich bij de gedachte al doodongelukkig voelen. Laten we wel wezen. Natuurgebieden worden aangelegd om de teruggang van biodiversiteit een halt toe te roepen. Natuurgebieden vormen de dragers om plant- en diersoorten te behouden. Niet alleen in het tropisch regenwoud, de koraalriffen en de Noordpool, maar ook in Nederland op de zeeklei, de zandgronden en de veenweiden. De laatste berichtgeving van het Planbureau voor de Leefomgeving is nog dramatischer dan de eerdere publicaties. In de laatste 100 jaar is de teruggang van landgebonden soorten planten en dieren in ons land niet minder dan 85%! Op de Noordzee en het IJsselmeer zal het niet anders zijn. We zijn er dus de afgelopen honderd jaar in geslaagd om voor onszelf rijkdom, welvaart en een mooi uitzicht te vergaren, maar dat is wel ten koste gegaan van de ruimte voor een plaatsje onder de zon van andere organismen. Ook  binnen de grenzen van de EHS is er voor sommige soortengroepen nog geen herstel te zien. Engels onderzoek heeft aangetoond dat alleen het strenge regime van Natura 2000 wel vruchten afwerpt en in deze gebieden de biodiversiteit weer toeneemt. Voor alle duidelijkheid wil ik er nog aan toevoegen, dat Nederland zich heeft gecommiteerd aan het VN Biodiversiteitsverdrag, Johannesburg 2002, dat het tempo van de achteruitgang van biodiversiteit in 2010 vertraagd moet zijn. Dat is erg vrijblijvend, maar wel een eerste stap. Europa heeft er een schepje bovenop gedaan en in 2010 moet de achteruitgang van biodiversiteit in de 27 lidstaten van de EU gestopt zijn. Het PBL heeft al aangegeven dat dit doel niet gehaald wordt.
 
Je spreekt over het Grote Gat als Natura 2000 gebied, over geluidsbelastingen en over stof. Dat klopt, denk ik wel. Onderleggend voor de kwalificatie Natura 2000 zijn het de soorten planten en dieren die er voor komen en hun aandeel binnen hun Europese verspreidingsgebied. Ik ben er bijzonder trots op dat een van onze eigen medewerkers in de zomer van 2000 - dit lijkt geen toeval - een plantensoort heeft (her)ontdekt, met een verbrokkeld Europees verspreidingsgebied en Zeeuws Vlaanderen als noordgrens heeft. Een soort die sommige jaren met duizenden en andere jaren met een tiental voortkomt. Deze soort heet het Kruipend Moerasscherm en dankzij deze soort is het Grote gat een Natura 2000 gebied. En natuurlijk is er heel goed gekeken of dit plantje, dat hemelsbreed vele honderden meters verwijderd groeit van de uit te voeren SSL werken, en haar levenswijze zou kunnen worden beïnvloedt door de te verwachten werkzaamheden. Dat is niet realistisch om te veronderstellen en neem van mij aan, dat wij hier zeer alert op zijn.
 
De herbouw van de fortificaties van de SSL heeft ook een educatieve betekenis. We moeten niet vergeten dat Europa eeuwenlang een strijdperk is geweest van grote en kleine conflicten en de 80-jarige oorlog heeft niet alleen 4 generaties geduurd, maar ging feitelijk om het fundament van onze culturele, religieuze en staatsrechtelijke vrijheid en democratie. Vier generaties voorouders hebben gevochten voor vrijheid van geloofsovertuiging, meningsuiting en democratie. In vele delen van de wereld moeten burgers deze vrijheden ontberen of wordt er keihard om gestreden. Het is gebleken dat de huidige generaties Nederlanders nauwelijks enig historische besef hebben van deze ingrijpende periode in onze geschiedenis. Het lijkt mij persoonlijk dus een uistekende gedachte, om waar mogelijk en liefst in samenhang met andere werkzaamheden, deze periode van onze geschiedenis in het bewustzijn een plaatsje te geven, dmv een fysieke aanwezigheid. Natuurlijk zal dit vergezeld gaan met enig overlast in de aanlegfase en een ander uitzicht, maar elk patriottisch hart zal er sneller van gaan kloppen.
In Retranchement is nog een origineel overblijfsel uit die periode, nl het Fort Nassau. Een monument. Niemand in Retranchement zal het in z´n of haar hoofd halen om te berde te brengen, dat het Fort uitzichtbedervend is en ik weet zeker dat iedere burger van Retranchement de bewogen geschiedenis van het dorp kent. Laten we trots zijn op deze geschiedenis en dat ook uitdragen. Dat is goed voor Nederland en wat goed is voor Nederland is ook goed voor ons!
 
Je spreekt over het behoud van het landschap als cultureel erfgoed, Francois. Klopt, ben ik met je eens, maar je zegt er alleen niet bij wat dan de referentie is. Met welk fase van onze culturele geschiedenis gaan we vergelijken? De eerste bedijkingen hebben plaatsgevonden in de 11e eeuw op het eiland van Cadzand. Is dat je referentie? Daarna volgde de bedijkingen rond Groede en Biervliet en bleven er brede stroomgeulen tussen de eilanden over. Is dat je referentie? Toen volgden de beteugelingen van de stroomgeulen. Is dat dan je referentie? De laatste bedijking was in 1873 met de aanleg van de Internationale dijk van het Zwin? Is dat misschien je referentie? Tot halverwege vorige eeuw was het landschap kleinschalig en nam de veehouderij er een grote plaats in. Dezelfde bedijkingen, maar toch een compleet ander landschap. Is dat je referentie? Vanaf 1950 deed de hydraulische graafmachine z'n intrede en werd de ontwatering voortvarend ter hand genomen, werd de kunstmest uitgevonden, mechaniseerde de landbouw en schakelde de regionale landbouw steeds meer over van vee houden naar akkerbouw. Binnen een paar decennia voltrok zich binnen het landschap een transitie van kleinschalige verscheidenheid naar grootschalige uniformiteit. Wil je dat landschap als referentie? Als ons cultuurhistorisch erfgoed?
 
Je spreekt over natte natuur en en alle akelige ziektes die daar uit voort kunnen komen. Dat Zeeland natte natuur aanlegt en bij voorkeur estuarien, lijkt me logisch, want daarvoor staat ons land in Europa aan de lat. Alpiene natuur, mediterrane natuur of boreale natuur kunnen we met meer rendement beter aan andere lidstaten overlaten. Plat, vlak, nat en een tikkeltje zout, populair gezegd. In alle konsekwentie leidt dat er toe, dat in sommige gevallen boomnatuur plaats moet maken voor water-, moeras- of graslandnatuur. In waterrijke gebieden, dus rond de kreken bijvoorbeeld, is het dus heel plausibel om te opteren voor het verwijderen van beplanting, omdat je dan prioriteit geeft aan het behoud van biodiversiteit van het open en natte landschap. Het Nederlandse kustlandschap. Het een volgt logischerwijs uit het andere. Ik deel je mening dat natte natuur leidt tot biotopen voor watergebonden insecten, logisch dus, maar niet dat deze insecten per definitie tot ziektes leiden. Je zegt het niet met zo veel woorden, maar ik neem aan, dat je doelt op malaria. Ik zal het toelichten. Malaria is ongeveer 100 jaar geleden uitgestorven in Europa en Noord Amerika. Over het algemeen wordt dit verschijnsel toegeschreven aan verbeterde sanitaire omstandigheden en de drooglegging van grote moerassen. Ik bedoel nu écht grote moerassen, zoals bijv rivierdelta's. Malaria komt nog voor ten zuiden van de Sahel, ongeveer 6000 km hier vandaan. Malaria is een parasiet die huist in de speekselklieren en het speeksel van muggen. Maar niet van alle muggen. In onze contreien komen ongeveer 30 muggensoorten voor en in potentie kunnen er tien soorten drager zijn van de malariaparasiet. Dit zegt overigens niets over de nummerieke verhoudingen, ben ik me bewust. Ieder mug wordt maagdelijk geboren, dus zonder malariaparasiet in de speekselklieren. Een mug kan pas drager worden van de malariaparasiet als een bloedvat wordt aangeprikt met geïnfecteerde bloedcellen en de parasiet naar de mug verhuist. En dat kan pas in een samenleving waar malaria voorkomt, en dat is hier niet het geval. Feitelijk zou dus een met malaria besmette mug van de delta van de Niger hier naar toe moeten vliegen om warmbloedigen te infecteren. Ik stel voor dat we deze mug moeten proberen levend te bemachtigen en onverwijld ter beschikking stellen aan eerst vliegspierfysiologen en dan aan vliegtuigingenieurs. Er ligt dan een oplossing in het verschiet voor de 4% bijdrage van de vliegtuigbranche aan de wereldwijde broeikasgasemissies! Over klimaatverandering gesproken. Denk eens aan de Blauwtong bij vee. Er komen natuurlijk allerlei organismen onze kant op met het warmer worden van het klimaat, maar het is beter om dat te accepteren, dan in de veronderstelling te leven dat we insecten gaan uitroeien met vernietiging van hun biotoop. Een mug plant zich uitstekend voort in je tuinvijver, een dakgoot, of een drinkbakje voor het vee, Francois. Dat uitroeien van insecten heeft de landbouw trouwens al eens geprobeerd met DDT en dat ging toch niet helemaal zo goed. DDT komt nu over de hele wereld in de voedselketen voor, behalve in de insecten, waar het tegen bedoeld was. Houdt er ook maar vast rekening mee dat we meer wateropvang nodig hebben, vanwege de klimaatverandering. Ook in het opzicht van waterberging levert de natte natuur haar bijdrage. De kans op besmetting van malaria in het landje van Kezand is verwaarloosbaar klein. Ik ben zelfs van mening dat de kans om betrokken te zijn bij een verkeersongeval exponentieel groter is dan hier malaria op te lopen. En zeg nou zelf, je bent toch ook niet tegen de uitbreiding van ons autowegennet?
 
Als laatste wil ik graag aandacht geven, waarmee je in de brief bent aangevangen. "Het onderhoud van natuurgebieden laat te wensen over, denk aan het uitzaaien van onkruid". Even daargelaten dat in mijn perceptie onkruid niet bestaat en dat het onderhoud van de natuurgebieden te wensen overlaat een bekende en ook regelmatig uitgesproken mening is, maar toch niet iedereen die mening is toegedaan. Bovendien, wat zijn jouw wensen? Ik durf zelfs de stelling aan dat niet iedere landbouwondernemer die mening is toegedaan. Ik ben ruim 20 jaar zelf hoofdbeheerder voor Het Zeeuwse Landschap in deze streek geweest en ik heb deze discussie ruimschoots meegemaakt. Ik kan in alle oprechtheid zeggen dat het bestuur en het personeel van HZL een enorme draai hebben gemaakt, zo zeer zelfs, dat een deel van onze achterban zich niet meer thuisvoelde. Ik heb zelf de discussie aangewakkerd en gevoed om, zij het gedoseerd, chemische middelen aan te wenden om de distelgroei te beteugelen. Dat was voor een organisatie als die van ons een enorme stap en is ook niet zonder slag of stoot gegaan. Daarna kwam de tijd van de sterke uitbreiding van het aantal reservaatsgebieden. Het onderhoud was voor een klein team bijna niet bij te benen. Stelselmatig werd de uitkruidbestrijding meer en meer uitbesteed aan boeren, meestal degene die te kennen gaven er het meeste last van te hebben. Weliswaar onder voorwaarden, maar toch geef je als beheerder een stukje regie uit handen en aan anderen dan belanghebbenden van mooie natuur. Dat heeft enorm veel discussie gegeven bij de achterban en niet iedereen was er gelukkig mee. Tegenwoordig zijn we steeds meer gebonden aan overheidsregels. Om in aanmerking te kunnen komen voor onderhoudsubsidie van LNV is het zonder meer niet toegestaan om chemische middelen te gebruiken. Juist in geval van de nieuwe natuurgebieden zien we de eerste jaren maar af van die LNV-subsidie, zodat we tenminste de mogelijkheid hebben om te sproeien. Ik weet nog goed dat we na de laatste ruilverkaveling in de Blikken en de Baarzande volleveldbesproeing hebben toegpast, omdat de percelen een jaar onbewerkt hadden gelegen en toen naar HZL overgingen. Een wildernis van onkruid, oogstrelend voor iedere natuurliefhebber, maar een doorn in het oog voor de boeren. Ik begrijp je wel Francois, en ik ontken ook niet dat er nooit iets van een distelzaadje zal overwaaien, maar ik heb de zekerheid dat de terreinbeheerders er alles aan doen, en veel middelen beschikbaar stellen, om dit knelpunt zo doelmatig mogelijk tegemoet te treden. En ik heb de zekerheid dat veel boeren het bestrijden van distels zelf uitvoeren.
 
Het is een heel verhaal geworden, maar ik vond dat ik dit even moest doen. Begrijp me niet verkeerd, het is een ieders goed recht om ergens tegen of voor te zijn, maar de nuance, de argumentatie en de toon dragen bij aan de inhoud. Steeds meer mensen in dit land vinden dat flora en fauna tot ons erfgoed behoren en we hebben ons daartoe internationaal gecommiteerd. We zijn een beschaafd land en hebben rentmeesterschap hoog in het calvinistische vaandel staan. Daar komt nog bij, dat er steeds meer stemmen opgaan om in deze economische moeilijke tijd veel aandacht te geven aan projecten met een duurzaam karakter. Investeren in natuur is duurzaam. Gezien de te verwaarlozen betekenis voor het areaal landbouwgebied en de daarmee samenhangende voedselproductie, gezien het internationale commitment voor behoud van natuur en biodiversiteit en gezien het bescheiden beroep op de overheidsmiddelen verwacht ik niet zo snel, dat deze projecten gestopt worden. Maar ja......het is crisis, dus je weet het maar nooit!
 
Met vriendelijke groet,
Rene Beijersbergen (Gemeenteraadslid PvdA Sluis)