Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

Vossenoverlast. (22-07-2010) Art. 44 vragen aan Gedeputeerde Staten van Zeeland namens de Partij voor Zeeland.

Aan

het College van Gedeputeerde Staten

Provinciehuis

Abdij 6

4331 BK MIDELBURG

 

 

 

 

Hoek, 22 juli 2010

 

Schriftelijke vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Johan Robesin, Partij voor Zeeland (PvZ), over vossenoverlast.

 

Geacht College,

 

Toelichting

 

De afgelopen jaren veroorzaken vossen in toenemende mate overlast. Aantoonbaar worden met de regelmaat van de klok dieren binnen diergaardes en particuliere hobbydieren uitge-moord door deze genadeloze roofdieren.

 

Dit alles is met name te wijten aan de nieuwe Flora- en faunawet die op 1 april 2002 werd ingevoerd. Overijverige dierenbeschermers dachten er goed aan te doen de kraai, kauw, ekster en de vos een beschermde status te verlenen en de natuur op z’n beloop te laten; aldus geschiedde. Het pakte echter anders uit dan verwacht. Kraaien pikten in de provincie Drenthe 40 lammeren de ogen uit, de weidevogelstand nam zienderogen af en de jagers stonden machteloos.

 

Na verloop van tijd drong het ook tot de natuurbeschermers door dat het zo niet langer kon en werd de Flora- en faunawet aangepast; de zwarte kraai en de kauw werden per 1 april 2004 wederom bejaagbaar gesteld. Weer jaren later, na diverse onderzoeken en evaluaties, werd uiteindelijk ook de vos (per 1 april 2006) weer op de landelijke vrijstellingslijst gezet. De ekster ontspringt tot op heden nog steeds de dans. Deze “guitige” zwart-wit gevederde vogel geniet om onbegrijpelijke redenen nog steeds een beschermde status, terwijl deze soort in aantal (net als de andere genoemde soorten) buitenproportioneel is toegenomen en zich dagelijks tegoed doet aan (jonge) zangvogels en met plezier een hele rij zwaluwnesten leegrooft vanonder de dakgoot.

 

Samengevat kan onze fractie constateren, dat het evenwicht in de natuur, dat tot 2002 bestond, ruw werd verstoord door de invoering van de toenmalige nieuwe Flora- en faunawet. Gedurende de periode dat genoemde roofdieren een beschermde status genoten en in het geval van de ekster nog steeds genieten, heeft voortplanting er voor gezorgd dat het voor de jagers nu een soort van dweilen met de kraan open is geworden.  

 

De zo ontstane achterstand kan niet één twee drie worden ingelopen zonder alle mogelijke middelen uit de kast te mogen trekken.

 

Gelet op het feit dat vossen voornamelijk ’s nachts actief zijn, kunnen deze rovers overdag niet effectief worden bestreden. Diverse provincies hebben derhalve, op plaatsen waar overlast door vossen aantoonbaar werd vastgesteld, het jagen met kunstlicht toegestaan.

 

Vragen.

 

  1. Is uw College bekend met deze problematiek?
  2. Zo ja, onderkent uw college dan met de Statenfractie Partij voor Zeeland, dat vossen een probleem vormen en deze predatoren, in het algemeen belang, zo effectief mogelijk dienen te worden bestreden?
  3. Is uw College dan ook bereid dit doel  na te streven en ontheffing te verlenen op grond van art. 68 van de Flora- en faunawet, zodat ook in de provincie Zeeland, op die plaatsen waar overlast wordt geconstateerd, het jagen met kunstlicht (op aanvraag) mogelijk is?

 

In afwachting van uw beantwoording, verblijven wij,

 

 

Hoogachtend,

 

Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ),