Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

Armoede in Zeeland. (02-06-2008) Art. 44 vragen aan Gedeputeerde Staten van Zeeland namens de Partij voor Zeeland.

Aan het College van Gedeputeerde Staten

Provinciehuis

Abdij 6

4331 BK MIDDELBURG

 

Hoek, 2 juni 2008

Geacht College,


Onderwerp: Armoede in Zeeland

Schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde, van het Statenlid Johan Robesin, met betrekking tot de armoedeproblematiek in Zeeland.


Toelichting

Zo'n 19.000 Zeeuwen leven in armoede. Onder hen zijn vijfduizend kinderen. Dat staat in de eerste Zeeuwse Armoedemonitor, uitgevoerd door sociaal en cultureel instituut Scoop.
Ongeveer 5,9 procent van de Zeeuwse huishoudens moest het op 1 januari 2006 - de peildatum van het onderzoek - doen met een inkomen lager dan 105 procent van het sociaal minimum. Voor een echtpaar was dat bedrag destijds 1200 euro bruto per maand. Een alleenstaande met kin-deren kreeg 840 euro en een alleenstaande zonder kinderen 600 euro. Het percentage Zeeuwse minimumhuishoudens was iets hoger geweest als de inwoners van de Gemeente Terneuzen waren meegeteld. Die ontbreken in de monitor.
Het Zeeuwse armoedecijfer valt gunstiger uit dan het landelijke gemiddelde: 9,3 procent van de Nederlandse huishoudens moet rondkomen van het sociaal minimum. Vlissingen is met 10,1 pro-cent de enige Zeeuwse gemeente die boven het landelijk gemiddelde uitkomt. Kapelle heeft met 1,7 procent relatief de minste minimumhuishoudens van Zeeland.

(Bron: Zeeuwse ochtendpers d.d. 19-05-2008.)

Arme mensen zijn de “melaatsen” van onze moderne hedendaagse maatschappij.

De Statenfractie van de Partij voor Zeeland (PvZ) vraagt speciale aandacht voor deze groep Zeeuwse medeburgers. Vooral voor diegenen, die het hardst getroffen worden.

Mensen die door omstandigheden tussen ‘wal en schip’ terecht zijn gekomen en die moeten zien rond te komen van € 150,-- per maand (vrij te besteden voor o.a. voedsel en kleding), komen in aanmerking voor een gratis voedselpakket, de naam onwaardig. Om hulp vragen betekent vaak dat men eerst ook nog de schaamte moet overwinnen, maar als er geen andere uitweg is, dan moet je wel.

Onze fractie wijst verder op de vooroordelen die er bestaan m.b.t. het hoe en waarom deze medeburgers in een dergelijke hulpbehoevende situatie terecht zijn gekomen.

Vaak wordt gedacht dat getroffenen door onverantwoord boven hun stand te hebben geleefd aan lager wal zijn geraakt; dit is echter in de meeste gevallen onjuist. Deze groep bestaat veelal uit hardwerkende zelfstandigen die failliet zijn gegaan, mensen die in de W.A.O. terecht zijn gekomen en o.a. mensen met een fulltime baan die zorg moeten dragen voor een gehandicapt gezinslid en op geen enkele manier in aanmerking komen voor financiële steun om voorzieningen te treffen of hulpmiddelen aan te schaffen, derhalve leningen moeten aangaan en zodoende beneden het bestaansminimum komen. Voor diegenen die de armoedeval wel aan zichzelf te wijten hebben vragen wij begrip.


Medeburgers die niet over “het verstand” beschikken om de tering naar de nering te zetten, burgers die zich laten verleiden door reclames over “goedkope” leningen en zo in de val lopen; niet iedereen is “geschikt” om mee te draaien in onze hedendaagse maatschappij. Ook willen wij er op wijzen dat hun kinderen daar zeker niet het slachtoffer van mogen worden. Als voorbeeld noemen wij de kinderen die zonder ontbijt naar school worden gestuurd.



Vragen

  1. Deelt Uw College onze mening dat de voedselpakketten, welke als voedselhulp bedoeld zijn voor onze allerarmste medeburgers, onverwijld zowel kwalitatief als kwantitatief geoptimaliseerd dienen te worden?

  2. Zo ja, is Uw College dan bereid om met een voorstel te komen teneinde de benodigde middelen hiervoor vrij te maken of ziet Uw College andere mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken?

  3. Indien Uw College onverhoopt onze mening niet deelt, graag Uw uitgebreide toelichting.

  4. Is Uw College bereid om samen met de Zeeuwse gemeenten, de landelijke overheid, i.c.m. de betrokken (hulp)organisaties en het bedrijfsleven bij deze armoedeproblematiek te betrekken om te komen tot een duurzame totaaloplossing?

  5. Zo nee, waarom niet?


Onze fractie doet een dringend beroep op Uw College om zo snel mogelijk een eind te maken aan deze schrijnende situatie; oog hebben voor noodkreten uit het buitenland is goed, maar ook die in eigen provincie verdienen alle aandacht.


In afwachting van uw reactie, verblijven wij,

Hoogachtend,

Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ),

Johan Robesin te Hoek, voorzitter



 

Partij voor Zeeland (PvZ), postbus 6001, 4330 LA MIDDELBURG